

Op een gigantisch blok van tufsteen rijst een van de mooiste steden van Umbrië op uit het landschap. De mooie monumenten en gezellige straten maken het centrum bijzonder sfeervol.
Geschiedenis:
Reeds in de Etruskische tijd stond hier een nederzetting en een religieus centrum. Het werd in de 3e eeuw V.C. door de Romeinen verwoest en verloor iedere betekenis. Pas in de middeleeuwen kwam de stad opnieuw tot bloei, onder pauselijke bescherming. De stad werd Orvieto genoemd, een verbastering van het Latijnse “ Urbs Vetus” (de oude stad).
In de 13e eeuw bereikte de stad het toppunt van haar macht. In deze periode verrees haar voornaamste monument: de Duomo.
In de 14e eeuw liepen de externe en interne twisten zo hoog op dat Orvieto onder pauselijk toezicht werden geplaatst. Vooral door de strijd van de Welfen en de Gibellijnen.
In de 16e eeuw was ze zelfs twee jaar lang een pauselijke residentie, toen Medicipaus Clemens VII na de val van “sacco di Rome” (plundering van Rome door Karel V in 1527) het Vaticaan was ontvlucht. In totaal verbleven 37 pausen in Orvieto, dat tot 1860 tot de kerkelijk staat behoorde. Daarna werd Orvieto een ingeslapen stadje, het werd pas herontdekt door toeristen na de aanleg van de “autostrada del Sole” in 1964.
de Duomo.
Aanleiding tot de bouw: Het “wonder van Blosena”, een vlakbij gelegen stadje.
In 1263 droeg een Boheemse priester een mis op, op het graf van de heilige Christina en had ernstige twijfels over de transsubstantiatie (het feit dat een hostie veranderd in het lichaam van Christus). Toen er bloed uit de hostie vloeide zag hij zijn vergissing in. Hij rende naar paus Urbanus IV in Orvieto, die de bisschop Giacomo zond om het gebeuren te verifiëren. Naar aanleiding van dit wonder werd het kerkelijke feest van Sacramentsdag ingesteld.
De werkzaamheden starten in 1290. Opvallend is het werk van Lorenzo Maitani, die van de oorspronkelijke romaanse stijl overging naar de nieuwe gotische stijl. Dit is vooral te zien in de abscis en de façade.
De voorgevel:
Vier pilaren verdelen de façade in drie vlakken, met boven de drie spitsen een dwerggalerij. Opvallend zijn:
- De overal aanwezige mozaïeken
- Het ronde roosvenster dat in een vierkant van heiligenbustes is gevat
- De beelden van de twaalf apostelen
- Vooral de reliëfs op de vier pijlers, gebeeldhouwd door Maitani, ze waren baanbrekend voor de gotische sculptuur. Ze stellen respectievelijk het scheppingsverhaal, het Oude Testament, het Nieuwe Testament en het laatste oordeel voor.
- Boven de pijlers bronzen evangelistensymbolen, eveneens van Maitani
- De bronzen deuren vervingen in 1970 de oorspronkelijk houten deuren
- Let ook op de zijgevels: de typische licht -donkere horizontale strepen, een motief dat veel gebruikt wordt, o.a. in Siena, en binnenin terugkeert.

Het interieur:
- Het schip en de zijbeuken stammen nog uit de vroegste, romaanse fase, het transept en het koor dragen de stempel van de gotiek.
- Het interieur oogt groots en majestueus, maar tegelijk helder en eenvoudig
- Het koor bevat fraai uitgesneden koorbanken, fresco’s met het leven van Maria en een groot glas-in-lood raam met 48 scènes uit het leven van Jezus en Maria
- Aan het uiteinde van de linker transeptarm ligt de “Cappella di Corporale” , waar het misgewaad wordt bewaard dat door de bebloede hostie in Bolsena werd bevlekt.
- De belangrijkste bezienswaardigheid bevindt zich rechts vooraan: Cappella di San Brizio
- De beroemde muurschilderingen van Lucca Signorelli. Daterend uit ca. 1500 is deze frescocyclus over het laatste oordeel één van de grootste van de renaissance.
- Links de daden van de Antichrist, die op Jezus lijkt, maar een valse gelaatsuitdrukking heeft en zich laat souffleren door de duivel. In de groepen die hem flankeren, portretteerde Signorelli talrijke tijdgenoten…
- Verder ziet men de verheerlijking van de uitverkorenen in het paradijs, en -in het zwart- Lucca Signorelli vergezeld van Fra’ Angelico.
- Boven de ingang is het einde van de wereld afgebeeld.
- Rechts de wederopstanding en de hel. Wat zich daar afspeelt is genoeg om iedere gelovige op het rechte pad te houden…
Kenmerkende details: De vrouw die op de rug van de duivel naar de hel wordt gevlogen, zou een ontrouwe liefde van Signorelli geweest zijn; let ook op de ongezonde huidskleur van de duivels, een soort zombies die de onfortuinlijk verdoemden pijnigen.

De wederopstanding valt op door de kennis van de menselijke anatomie in de naakte mensen.

- Aan de achterwand: de scheiding van de uitverkorenen en de verdoemden .
Behalve de Duomo biedt Orvieto de toerist nog meer bezienswaardigheden:
De Torro del Moro: Deze 42m hoge toren werd in de 13e eeuw gebouwd als onderdeel van het familiepaleis van de graven van Della Tarza, dat naderhand in het bezit van de paus kwam. Over de naam van de toren is men het oneens. Volgens sommigen is hij afgeleid van een Morenhoofd dat ooit de toren sierde, volgens anderen slaat de naam op moerbeiboom (“moro”) die aan het pleintje vlakbij stond.

De Pozzo di San Patricio:
In 1527 vluchtte paus Clemens VII voor de “sacco di Roma” naar Orvieto. Hier liet hij deze put graven om Orvieto in geval van een belegering van water te voorzien. Het is een zeer ingenieuze constructie, ontworpen door Antonio da Sangallo (de jongere). Het ontwerp van Sangallo werd geïnspireerd door de spiraal van het Belvedère in het Vaticaan. Een cilindervormige schacht met een diameter van 13m gaat 62m diep de grond in, eromheen lopen 2 trappen van 248 treden naar beneden. Zo kon de ene trap dienen om af te dalen, de andere om te klimmen; en hoefden de ezels die water gingen halen, niet te vrezen voor tegenliggers. In de schacht zijn 72 vensteropeningen aangebracht, die zorgen voor voldoende licht op de trappen.

Restanten Etruskische tempel Belvedere:
Direct achter de Pozzo di San Patricio liggen de resten van een Etruskische tempel, waarschijnlijk gebouwd met houten onderdelen, die in de loop der tijd verloren zijn gegaan. De tempel werd bij toeval ontdekt in 1828 en werd wellicht gebouwd ter ere van de godheid Tinia.

Orvieto: Een stad die een bezoek meer dan waard is !